Op 11 oktober bezocht ik de rechtbank Oost-Brabant in Den Bosch om een strafzaak bij de politierechter bij te wonen. De zaak ging over de inbeslagname van een scooter en de oplegging van een dwangsom.

Bij aankomst werd ik door medewerkers van de griffie naar de juiste rechtszaal geleid en nam ik plaats in de banken. Rechts voor mij zat de advocaat van de verdachte, terwijl de officier van justitie, de politierechter en de griffier tegenover hem zaten. De verdachte zelf was niet aanwezig. Iedereen, behalve ik, droeg een toga, wat de formele en serieuze sfeer versterkte.

De politierechter opende de zitting en gaf aan dat de advocaat verzet had aangetekend tegen de inbeslagname van de scooter. Na bevestiging door de advocaat werd de eerdere uitspraak voorgelezen: de verdachte had herhaaldelijk overlast veroorzaakt en zonder rijbewijs op een scooter gereden. Daarom was de scooter in beslag genomen en een dwangsom opgelegd.

De officier van justitie benadrukte dat de verdachte al meerdere keren strafbare feiten had gepleegd en dat zijn gedrag niet onbestraft mocht blijven. De advocaat pleitte echter voor een mildere straf, omdat de verdachte al eerder was bestraft, beter gedrag vertoonde en bezig was met het behalen van zijn rijbewijs. Ook stelde hij dat de verdachte niet in staat was de dwangsom te betalen, maar dit wellicht wel kon als hij zijn scooter terugkreeg en verkocht.

De rechter las vervolgens een proces-verbaal voor waarin de verdachte had verklaard dat boetes hem niet uitmaakten, omdat hij genoeg geld verdiende door ouderen op te lichten. Dit werkte in zijn nadeel, en de rechter besloot direct uitspraak te doen: het verzoek van de advocaat werd afgewezen en de inbeslagname en dwangsom bleven van kracht. Een cassatieprocedure had volgens de rechter weinig kans van slagen.

Wat mij het meest opviel, was de indrukwekkende sfeer in de rechtbank. De formele toon maakte duidelijk hoe serieus een strafzaak is en hoe intimiderend het kan zijn om hier als verdachte te staan.

Reflectie

Van jongs af aan heb ik altijd al een sterke interesse gehad in recht. Door de verschillende vakken op school die hiermee te maken hebben, is deze interesse verder gegroeid. Vooral strafrecht spreekt mij aan, en ik volg graag strafzaken om te zien hoe juridische procedures verlopen en hoe rechters tot hun beslissingen komen.

Met dit activiteit wilde ik niet alleen mijn kennis over het rechtssysteem verdiepen, maar ook onderzoeken of een minor in recht goed bij mij zou passen. Daarnaast wilde ik kijken of een vervolgopleiding in de juridische richting of een stage binnen dit werkveld een interessante optie zou zijn voor mijn toekomst. Dit bezoek gaf mij de kans om recht in de praktijk te ervaren en een beter beeld te krijgen van de mogelijkheden binnen dit vakgebied. Ook heb ik geleerd dat ik zeker een minor recht zie zitten en eventueel een vervolgopleiding.